Je gitaar zelf afstellen

Dit deel van de site is voor mensen die misschien eens willen proberen om zelf hun instrument af te stellen.
Als je twijfelt bij het afstellen, niet doen! Bel mij of maak een afspraak om langs te komen.
Ik ben op geen enkele manier verantwoordelijk te houden voor eventuele schade die onstaan is door informatie op deze pagina.

Aan de hand van de volgende punten is het relatief simpel om je gitaar zelf af te stellen. Bekijk of de gitaar die je gaat afstellen geen echte grote gebreken heeft zoals bijvoorbeeld een kromme hals of een bovenblad dat bol staat.

Benodigdheden:

  1. inbussleutels
  2. sleutelvijltje driekantig
  3. grote vijl
  4. zoetvijltje
  5. radiusmeters
  6. meetlatje
  7. kniptang
  8. capo
  9. voelermaatjes
  10. eventueel speciale topkamvijltjes.

 

 

Voelermaatjes zijn te koop bij de automaterialenhandel. Een uitgebreide set inbussleutels koop je evt. bij de Kijkshop. Topkamvijltjes koop je bij een muziekzaak (Vox Humana Vlaardingen). Deze zijn niet echt nodig maar wel handig. Een radiusmeter kun je zelf maken door de bolling van de hals over te zetten op een stuk karton. zie tekening, en vervolgens langs de lijn uit te knippen.

 

1. Topkam

 

Als de topkam te hoog is, is de gitaar niet goed af te stellen en zal vooral in de lagere posities moeilijk spelen.

De topkam is het stukje plastic, been of messing, waar de snaren overheen lopen naar de kop van de gitaar. De bespeelbaarheid en zuiverheid in de lagere posities is vooral afhankelijk van de hoogte van de topkam. Hoe lager, hoe beter. Eigenlijk zou de topkam net zo hoog moeten zijn als de eerste fret. Maar er is gebleken dat het beter is om iets ruimte te behouden ongeveer 0,1 mm.

Het invijlen van de topkam doe je met een set speciale vijltjes, die net zo dik zijn als de snaar die in het gleufje moet. Helaas heeft niet iedereen zo'n set vijlen, maar je kunt dit klusje ook met een driekantig sleutelvijltje doen. Meet de hoogte van de topkam. Dit doe je door de snaar tussen de 2e en 3e fret in te drukken en te kijken hoeveel ruimte er zit tussen de 1e fret en de snaar. Zie foto. Je kunt hier de capo of je vinger en de voelermaatjes voor gebruiken. Let op dat je de capo niet te hard aandraait omdat er dan een knik in de snaar komt.

 

De afstand tussen de 1e fret en de snaar moet minimaal zijn, ongeveer 0,1 mm. Als dit niet het geval is haal de capo er dan af en trek de snaar, die op spanning is uit het slot. Begin heel voorzichtig te vijlen. Let op de stand van de vijl !!

Doe na een paar slagen de snaar terug in het slot en meet opnieuw. Ga zo door tot het slot diep genoeg is. Doe dit bij alle snaren. Uiteindelijk kun je de bovenkant van de topkam nog afvijlen, omdat de snaar eigenlijk maar voor de helft in de topkam zou moeten liggen. Kijk uit met de dunste snaren. Hou hier een fractie meer ruimte over. hou bij gitaren met een tremolo wat meer ruimte over omdat de snaar uit het slot kan gaan bij gebruik van de tremolo.


Het vooraanzicht van een goede topkam.

2. Hals

Hierna is de hals aan de beurt. Hieronder zie je hoe je de hals kunt schouwen. Kijk langs de rand van de toets om eventuele afwijkingen te zien.

Op de volgende afbeelding is te zien hoe de goede vorm van de hals moet zijn. De meeste problemen vind je meestal aan het einde van de hals bij de overgang naar de kast of body. Let wel dat de holling van de hals op de tekening sterk overdreven is. de hals moet bijna recht zijn.

Hieronder zie je hoe je de hals kunt afstellen met behulp van een capo en de voelermaatjes. Zet de capo op de eerste fret en druk met je vinger de dikke e-snaar in rond de vijftiende fret. Meet nu met het voelermaatje in het midden van de hals hoe groot de afstand tussen de fret en de snaar is. Deze afstand zou ongeveer 0,3 mm moeten zijn.

Lokaliseer nu de halspenmoer. Die zit of onder het plaatje op de kop of in het klankgat onder de toets. Als de hals te hol is, draai de moer dan met een inbussleutel met de klok mee. De hals zal rechter worden. Als de hals te recht of bol is, draai de moer dan tegen de klok in. De hals wordt dan holler. Zie onderstaande foto's. Doe dit met de snaren op spanning en draai nooit meer dan een kwartslag in een keer ! Meet de hals tekens weer opnieuw na het draaien. Als de holling goed is verwijder dan de capo.

 

3. Zadels

Nu komen we bij het op hoogte brengen van het brugzadel. Dit is bij akoestische gitaren het witte stripje van plastic of been in de brug op de kast. Bij elektrische gitaren zijn het vaak losse zadels, die met een 1,5 mm of 1,3 mm inbussleuteltje te verstellen zijn. Meet de snaarhoogte tussen de dikke e-snaar en de twaalfde fret. Doe hetzelfde bij de dunne e-snaar.

Hieronder een overzichtje in millimeters van verschillende standaard snaarhoogtes (actie) gemeten bij de 12e fret en de holling van de hals gemeten rond de 8e fret bij verschillende instrumenten. Let wel dit is een uitgangspunt en smaken en gitaren verschillen.
Met dank aan Stewmac. die ook een geweldige snaarhoogtemeter verkopen.

  Dikste snaar 12e fret Dunste snaar 12e fret Holling 8e fret
2,6 mm 1,8 mm 0,3 mm
4,0 mm 3,2 mm 0,5 mm
Nylon Flamenco 3,0 mm 2,5 mm 0,5 mm
2,0 mm 1,6 mm 0,25 mm
Bas 2,7 mm 2,4 mm 0,35 mm
Mandoline 1,9 mm 1,7 mm 0,13 mm
Banjo 2,3 mm 2,3 mm 0,2 mm
Ukulele 2,3 mm 2,3 mm 0,2 mm


Bij de elektrische gitaar en bas kun je de zadels naar beneden draaien met een inbussleutel tot de actie op de 12e fret klopt per snaar.

Bij het afstellen van de zadels bij elektrisch moet je rekening houden met de bolling van de hals ofwel de radius. De zadels moeten dezelfde bolling vertonen als de hals. Zet de twee e-snaren goed en pas de rest van de zadels aan met behulp van de zelfgeknipte radiusmeter. Het kan op het oog, maar meestal staan dan de middelste snaren te laag, vooral bij Fenders met een radius van 7,25 inch (erg bol).

Bij akoestische gitaren gebruik je een berekening om te weten hoeveel er van het brugzadel af- of bij moet.

Even in het kort; wat je aan snaarhoogte bij de 12e fret wil verlagen cq verhogen moet er bij het zadel dubbel af of bij.

Stel dat je snaarhoogte 1mm te hoog is gemeten bij de dikke E-snaar op de 12e fret tussen de onderkant snaar en de bovenkant fret.
Dus bijvoorbeeld 5mm ipv 4mm.
Het verschil is 1mm. Vermenigvuldig dit verschil (dus 1mm) met 2 = 2mm.
Doe hetzelfde voor de dunne e-snaar.
Stel dat de snaarhoogte 1.8mm te hoog is bij de 12e fret tussen de snaar en fret
Dus bijvoorbeeld 5mm ipv 3.2mm.
Het verschil is dus 1.8mm. Vermenigvuldig dit verschil ook met 2 = 3.6mm.
Deze getallen zeggen hoeveel er van het brugzadel afmoet bij respectievelijk de dikke e en de dunne e-snaar. Zet deze afstanden uit op het brugzadel vanaf de onderkant gemeten en trek een rechte lijn tussen deze twee punten.

Vijl de onderkant van het zadel af tot aan de lijn. Zet het zadel terug in de gitaar. (zonder lijm). Span de snaren en de akoestische gitaar is afgesteld. Als je teveel afvijlt zul je een nieuw brugzadel moeten maken. Weet je het niet zeker, laat het dan doen. Als je deze procedure hebt gevolgd maar het blijkt dat je gitaar nu erg rammelt (snaren tegen de frets) dan kan het zijn dat de hals weer te recht is geworden. Stel dit dan bij. Het kan ook zijn dat de frets ongelijk van hoogte zijn. Dan zullen de frets gevlakt moeten worden. Aanrader: laat dit doen!

 

4. Intoneren ofwel octaafzuiver maken.

Helaas is het onderstaande niet van toepassing op een akoestiche gitaar. Ga voor serieuze akoestische intonatieproblemen naar een reparateur. Door de breedte van het zadel heb je wel iets ruimte om te compenseren door te vijlen. (zie hier onder een gecompenseerd zadel voor een akoestische gitaar)

Sluit je gitaar aan op een stemapparaat. Stem de gitaar goed zuiver.
Speel een flageolet op de 12e positie (vinger op de snaar leggen precies boven de 12e fret, niet indrukken en aanslaan met rechts) Vergelijk deze toonhoogte met die van de toon die je gewoon speelt op de 12e fret (wel ingedrukt)

Doe dit ook op de 19e fret maar dit is eigenlijk meer ter controle.

Is de gefrette noot lager dan de flageolet, maak de snaarlengte dan korter.
Het zadel moet in de richting van de kop geschroefd worden. Check weer zoals hierboven beschreven de 12e en de 19e fret.

Is de gefrette noot hoger dan de flageolet, maak de snaarlengte dan langer.
Het zadel moet in de richting van de onderkant van de body geschroefd worden.

Perfect wordt het nooit omdat dat nu eenmaal in het ontwerp van een gitaar zit. Je zult door het spelen de snaar moeten indrukken en daarmee de snaar uitrekken. Hierdoor wordt de snaar een fractie hoger. Kortom het is vaak een compromie.

 

5.Elementen

Elementen afstellen op een elektrische gitaar.

Houdt de snaar ingedrukt op de laatste fret van de hals. Dus zo dicht mogelijk bij de pickups.
Bij humbuckers meet je tussen de dikke e en het element (pooltje) dan 2,5 mm en bij de dunne e 2,0 mm. Dit is voor beide elementen zo, althans!, luister vooral of het volume voor beide elementen gelijk is. In de praktijk blijkt vaak dat het halselement lager moet worden afgesteld dan het brugelement.

Bij singlecoil is het allemaal wat lastiger omdat daarbij de magneten vaak veel sterker zijn.
Hierdoor kan er stringpull ontstaan, wat zoveel inhoud dat de dikke e-snaar vreselijk gaat rammelen over de hele hals. Deze pickups moeten dus meestal lager staan afgesteld dan humbuckers. Ook hier kun je beginnen met 2,5 mm bij de dikke e snaar en 1,5 bij de dunne e snaar.

Het is bij beide soorten pickups een beetje trial and error.

Hoe dik zijn je snaren,
hoe sterk zijn de magneten,
hoe is de verhouding tussen beide elementen,
en wat is je klank-ideaal.

Hoe dichter de PU's bij de snaren staan des te scherper is het geluid, en des te lager des te warmer. Te laag betekend een slechte output. Er word wel eens gesproken over de sweetspot van een pickup. Dat zou de ideale afstand tot de snaar zijn waarop een element het beste tot zijn recht komt.

 

Electronica

Bij gitaren en bassen vind je de meest uiteenlopende elektronische schema's. Dit kan variëren van een simpel schema met alleen een volumepotmeter tot een uitgebreid schema met ingebouwde voorversterker en actieve regelaars.

Als er storingen optreden, zit hem dat meestal in de bewegende onderdelen van de elektronica. Kijk om te beginnen naar de inputplug. Als deze los zit, zet hem dan eens goed vast en zorg ervoor dat de plug niet meedraait als je dat doet. Kortom haal plaatjes eerst los waar de plug achter zit en hou het ding vast bij het aandraaien. Bij een loszittende plug heb je kans dat de draden binnen in de gitaar los breken.

Vervolgens kun je de potmeters checken. Een van de meest voorkomende storingen is een krakende potmeter. Sluit je gitaar aan op een versterker en houd je handen op de snaren. Draai vervolgens aan de potmeters. Als deze een duidelijk gekraak laten horen, kun je ze inspuiten met contactspray. Maak hiervoor het klepje aan de achterkant van de gitaar los (bij Fender moet je de hele slagplaat eraf halen) en spuit de potmeter in, in de kleine opening waar de draden vastzitten. Zie tekening.

 

 

Draai de potmeter een paar keer helemaal open en weer dicht. Contactspray koop je bij een elektronica-onderdelenzaak. Uit ervaring blijkt dat het ene product beter werkt dan het andere. Vaak is het zo dat als je moet beginnen met contactspray het einde van het component nabij en sneller aan vervanging toe is.

Verdere problemen zijn over het algemeen slechte soldeerverbindingen of loszittende draden. Als je alleen maar een 120 watt soldeerpistool hebt en geen harskernsoldeer, breng dan je gitaar maar even langs, want met zo'n bout kun je de boel aardig verbranden. Oh en gebruik nooit maar dan ook nooit het blauwe potje met het rode dekseltje bij elektronica. Dus geen S-39 gebruiken!

Zoek je een schema van je bas of gitaar klik dan op een van de onderstaande links. Met dank aan Seymour Duncan.

Klik hier voor een Fender Strat schema
Klik hier voor een Tele schema
Klik hier voor een Gibson schema
Klik hier voor een Jazzbass schema
Klik hier voor een Pbass schema

Kijk voor meer schema's op:

http://www.seymourduncan.com